middeleeuwen 

mode ..

Picture
In de middeleeuwen vond men kleding heel belangrijk. Vooral de adel. De rijken kleedden zich heel netjes en mooi omdat men aan iedereen wilde laten zien hoe rijk en mooi men was. De kleuren van de kleren die men droeg hadden meestal ook een bepaalde betekenis. Blauw betekende dat men verliefd was, geel stond voor boosheid en grijs stond voor verdriet. Vrouwen droegen sierlijke jurken en stopten hun haar weg onder hoofddeksels. Een van die hoofddeksels was de punthoed. Deze was soms wel een meter lang. Aan de binnenkant zat een ijzeren kooi als steun. De mannen droegen meestal soort maillots met daarover een soort groot kleed met mouwen eraan. De schoenen die men toen droeg, als man, waren vrij puntig en gemaakt van stof. Soms werden onder die schoenen wel eens houten zolen gebonden. Vooral als de straten buiten nat en modderig waren. In die tijd had men geen kledingwinkels waar je kant en klaar je kleren kon kopen zoals wij dat nu hebben. Wilde kleren kopen dan moest je naar kleermakers gaan. Daar kon je de stof uitzoeken en dat werden je maten opgenomen. Na een patroon te hebben ontworpen werden de stukken stof in elkaar gezet. Het gewone volk had geen geld om zich zo netjes te kleden. Zij droegen eenvoudige kleren; tunieken, hemden, wollen leggings, mantels, strooien hoeden, kappen en petten.